Instructierecht: Wat kunnen inleners aan uitzendkrachten opdragen?

Recht op het geven van instructies bij tijdelijk werk

Wanneer werkgevers instructies geven aan hun werknemers, wordt dit het recht om instructies te geven genoemd, soms ook het recht om richtlijnen te geven. Inhoudelijk betekenen beide termen hetzelfde. Werkgevers die uitzendkrachten voor een bepaalde periode inzetten, zijn ook bevoegd om hen instructies te geven. Wat vaak onduidelijk is: wat mogen inleners instrueren en wat niet? 

Werkgevers hebben het recht om hun vaste werknemers en de uitzendkrachten die ze in dienst hebben bepaalde instructies te geven, die de werknemers vervolgens moeten opvolgen. Daarbij moeten ze binnen de grenzen blijven van hun recht om instructies te geven. 

Het recht om instructies te geven en de grenzen daarvan

Het recht om instructies te geven is vastgelegd in § 106 van het Duitse arbeidswetboek (GewO). Volgens dit artikel mag de werkgever instructies geven met betrekking tot

  • de inhoud van het werk 
  • de plaats van het werk
  • de werktijd
  • de orde en het gedrag van werknemers in het bedrijf

Het recht van de werkgever om instructies te geven heeft echter ook grenzen. Als de bovengenoemde arbeidsvoorwaarden contractueel of wettelijk zijn vastgelegd, moet de werkgever deze voorschriften of overeenkomsten voorrang hebben voor de instructie van de werkgever. 

Het recht om instructies te geven wordt daarom beperkt door:

  • Wetten
  • Arbeid of collectieve overeenkomsten
  • Regels in een ondernemingsovereenkomst
  • Bepalingen in de werknemersleaseovereenkomst

Dit betekent dat als de werkgever iets beveelt dat in strijd is met een wettelijk voorschrift of een contractuele overeenkomst, de uitzendkracht de instructie niet hoeft op te volgen. Hij kan zich dan beroepen op de wettelijke regeling of de contractuele overeenkomst.

Werkgevers mogen werknemers bijvoorbeeld niet opdragen om gezondheids- en veiligheidsvoorschriften te negeren. Als de werkgever dat toch zou doen, zou de uitzendkracht het recht hebben om bezwaar te maken tegen de instructie. Hetzelfde geldt als de instructie in strijd is met contractuele afspraken over de inhoud van het werk of de werktijden. 

Bij het inzetten van uitzendkrachten is de doorslaggevende factor ook wat de - Tijdelijke arbeidsovereenkomst overeengekomen tussen de uitlener en de inlener. Hoe nauwkeuriger de uitzendovereenkomst beschrijft welke werkzaamheden de uitzendkracht voor de inlener moet verrichten, waar hij moet worden ingezet en hoeveel uur hij moet werken, hoe minder speelruimte de inlener heeft om zijn recht op instructies uit te oefenen. 

Bijvoorbeeld: voordat je een uitzendkracht opdracht geeft om over te werken, moet je controleren of de uitzendovereenkomst bepalingen bevat over overwerk. Bij twijfel moeten de inlener en het uitzendbureau opnieuw afspreken hoe om te gaan met de toegenomen behoefte aan arbeidskrachten en eventueel noodzakelijk overwerk. 

Het criterium van de "billijke beoordelingsbevoegdheid" in acht nemen

Daarnaast moeten werkgevers hun instructies geven in overeenstemming met "redelijke beoordelingsvrijheid" ontmoeten. Wat betekent dat? Werkgevers moeten bij het geven van instructies altijd binnen een bepaalde beoordelingsmarge handelen. De instructies mogen niet willekeurig, onevenredig of onredelijk zijn. Dit geldt voor alle instructies die de werkgever geeft - inclusief die met betrekking tot de inhoud van het werk, de plaats van het werk, de werktijden en de orde en het gedrag van de werknemers in het bedrijf.

Bij het geven van instructies moeten werkgevers de belangen van het bedrijf afwegen tegen de belangen van de werknemer. De doorslaggevende factor hierbij is of de instructie - in relatie tot de specifieke situatie - proportioneel en redelijk is voor de werknemer. 

Welke personen in een bedrijf zijn bevoegd om instructies te geven?

De werkgever of de directie van een bedrijf heeft automatisch het recht om instructies te geven. Het management kan zijn recht om instructies te geven echter delegeren aan andere personen in het bedrijf, zoals divisie- of afdelingshoofden. Directe superieuren moeten altijd de bevoegdheid hebben om instructies te geven aan hun ondergeschikten. 

Heb je nog vragen over het recht om instructies te geven? Neem contact met ons op, we helpen je graag!